Profielen
.
Opties in de beginweergave van Profielen zijn:
Activeren
,
Aanpassen
,
Nieuw maken
,
Profiel verwijderen
,
Help
en
Afsluiten
.
In Profielen kunt u beltonen instellen voor verschillende gebeurtenissen,
omgevingen en groepen bellers. Het geselecteerde profiel wordt in de standby-
modus boven aan de display weergegeven. Als u het profiel Algemeen gebruikt,
wordt alleen de huidige datum weergegeven.
Als u een profiel wilt wijzigen, gaat u naar het profiel en selecteert u
Opties
→
Activeren
.
Als u een profiel wilt wijzigen, gaat u naar het profiel in de lijst en selecteert u
Opties
→
Aanpassen
. Als u een nieuw profiel wilt maken, selecteert u
Opties
→
Nieuw maken
. Er wordt een lijst met profielinstellingen weergegeven. Ga naar de
instelling die u wilt wijzigen en druk op de navigatietoets om de opties te openen:
•
Beltoon
- Als u de beltoon voor spraakoproepen wilt instellen, kiest u een
beltoon in de lijst. Druk op een toets om het geluid te stoppen. Als er een
geheugenkaart wordt gebruikt, zijn de tonen te herkennen aan het symbool
naast de naam van de toon. Voor Beltonen wordt een gedeeld geheugen
gebruikt. Zie
Gedeeld geheugen
op pagina
17
. U kunt beltonen ook wijzigen in
Contacten. Zie
Een beltoon toevoegen
op pagina
60
.
145
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.
•
Beltoontype
- Als u
Oplopend
selecteert, wordt het volume van de beltoon
geleidelijk verhoogd tot het ingestelde niveau.
•
Belvolume
- Hiermee stelt u het volume van het oproepsignaal en de beltoon
voor berichten in.
•
Berichtensignaaltoon
- Hiermee stelt u de beltoon voor berichten in.
•
Sign. chat-bericht
- Hiermee stelt u de beltoon voor chatberichten in.
•
Trilsignaal
- Hiermee stelt u de telefoon in op trillen bij inkomende
spraakoproepen en berichten.
•
Toetsenbordtonen
- Hiermee stelt u het volume van de tonen van de toetsen in.
•
Waarschuwingstonen
- Hiermee stelt u de waarschuwingstoon in die
bijvoorbeeld wordt weergegeven als de batterij bijna leeg is.
•
Waarschuwen bij
- Hiermee stelt u in dat de telefoon alleen overgaat bij
inkomende oproepen van een specifieke contactgroep. Bij inkomende
oproepen van andere personen gaat de telefoon niet over. Beschikbare opties
zijn:
Alle oproepen
of een lijst met contactgroepen, indien aanwezig.