■ Werken met gewone tekstinvoer
Als u de gewone tekstinvoer gebruikt, wordt het symbool
rechtsboven op
de display weergegeven.
• Druk op een cijfertoets (1 - 9) totdat het gewenste teken wordt weergegeven.
Op de cijfertoetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets
beschikbaar zijn.
• Houd de cijfertoets ingedrukt om een cijfer in te voegen.
Houd de toets # ingedrukt om te schakelen tussen letters en cijfers.
• Als de volgende letter onder dezelfde toets zit als de huidige, wacht u tot de
cursor weer verschijnt (of beweegt u de navigatietoets naar rechts) en voert u
de letter in.
• Druk op de toets 0 om een spatie in te voegen. Druk drie keer op de toets 0 om
de cursor naar de volgende regel te verplaatsen.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op de toets #.
55
Copyright
© 2005 Nokia. All rights reserved.